Deze bundel presenteert interdisciplinair onderzoek rond het thema innovatie. De krititische vragen die L.C. Brinkman, destijds minister van WVC, bij het begrip innovatie in de kunst stelt, worden beantwoord door de theater wetenschapper Henri Schoenmakers. De bijdragen op het gebied van muziek (Paul Op de Coul), architectuur (A.W. Reinink) en de letterkunde (Hans Bertens) gaan in op de spanning tussen conventie en innovatie. Deze spanning is ook de leidraad in het betoog van Johan Somerwil en F. Roos, sprekend vanuit hun ervaring met het uitgeversbedrijf en de wereld van de financïele diensten. De historici H.W. von der Dunk en Pim den Boer relativeren de cultus van het nieuwe. A.D. Wolff-Albers noteert haar reserves tegenover radicale veranderingen in het wetenschapsbeleid. De comparatist Douwe Fokkema en de historicus T. van Tijn onderzoeken regelmatigheden in culturele en conjuncturele vernieuwing. Innovatie bevat het verslag van een in 1988 gehouden symposium, dat heeft geleid to een vruchtbare dialoog over de disciplinegrenzen heen.
{{comment.content}}